De rol van artsen wordt vaak gebuikt in de orgaandonatie discussie over een eventuele verandering in het beslissysteem. Helaas gaat dit niet altijd zorgvuldig. De direct betrokken artsen zijn “zakkenvullers” en zouden een eigen belang hebben bij veel orgaandonaties. Daarnaast zijn sommigen mensen bang eerder (hersen)dood verklaard te worden als je donor bent. Ook wordt verkondigt dat artsen juist tegen een ADR systeem zijn. En recent lazen we tot onze grote verbazing in het NRC een opinie, dat het logisch was dat intensive care artsen voor een “automatisch” donorregistratie systeem zouden zijn. Waarom is ons niet duidelijk geworden. Hoe zit het precies:
De waarheid is dat de ‘donorwerving’ en de transplantatielijn van elkaar gescheiden zijn. De meeste potentiële donoren komen het ziekenhuis binnen via de Spoedeisende Hulp (SEH) en komen uiteindelijk te liggen al op de intensive care (IC). Het zijn de daar werkzame artsen die de contacten hebben met de nabestaande(n) van de potentiële donor. Deze artsen behandelen geen patiënten die op de wachtlijst staan. Zij behandelen louter zieke patiënten die in kritieke toestand liggen. Wanneer patiënten ondanks inspanningen overlijden, zal slechts een zeer kleine groep van deze patiënten voldoen aan de criteria om organen te doneren.
De patiënt die op een wachtlijst staat en op een orgaandonor wacht, staat onder behandeling van andere artsen die niet werkzaam zijn op de eerste hulp of intensive care. Deze patiënten groep wordt veelal poliklinisch gezien. Voorts zijn er gespecialiseerde chirurgen die de transplantaties uitvoeren. Ook deze zijn niet werkzaam op de intensive care waar de donoren uiteindelijk vandaan zullen komen. Meestal komt het team van chirurgen die de organen uitnemen uit een ander ziekenhuis. Ten slotte vindt het toewijzen van een voor transplantatie beschikbaar gekomen orgaan, buiten het ziekenhuis om, plaats door Eurotransplant. Hier hebben de intensive care specialisten, chirurgen en artsen die patiënten die op de orgaan wachtlijst staan behandelen geen invloed op.
Standpunt van artsen:
Dat artsen tegen een ander systeem zijn, is geen algemeen geldend standpunt. Artsen zijn wel eens kritisch als hen een extra rol wordt toebedacht bij het stimuleren van een donorregistratie.
Naast de artsen die patiënten behandelen die op de wachtlijst staan, zijn met name de artsen die potentiële donoren behandelen en hun nabestaanden begeleiden nadrukkelijk wel voorstander van een ander systeem, zoals ADR. Waarom zijn deze artsen die zelf geen poli’s draaien met patiënten die wachten op een orgaan, ook zo’n sterke voorstander van een ADR? Zij hebben namelijk geen direct ‘gewin’ bij meer donororganen. Dit doen zij omdat zij het zijn die de donatievraag stellen. Daarbij lopen zij dagelijks tegen de grote manco’s aan van het huidig systeem. Zij zien hoe nabestaanden een zware last op de schouders wordt gelegd omdat in zo’n 60% een registratie ontbreekt. De artsen moeten de nabestaanden hierover inlichten en zo goed mogelijk begeleiden zodat de nabestaanden tot een keuze tot wel of niet doneren komen. Dit gebeurt allemaal onder een grote tijdsdruk en op een zeer emotioneel beladen moment, immers de patiënt is dan op dat moment overleden of staat op het punt te overlijden. Het is vanuit die achtergrond dat zij sterke voorstander zijn van het aanpassen van de registratiesysteem zodat niet alleen beter aan de wens van de eventuele donor wordt voldaan maar ook de nabestaanden niet onnodig worden belast.