In reactie op een column op de website van de Nederlandse Transplantatie stichting:
Ook zakelijke blik op orgaandonatie nodig
De aanleiding voor deze reactie is de column van Gert van Dijk, waarin hij pleit voor een zakelijke benadering van het donatiesysteem. 2MH zal de laatste zijn die deze discussie uit de weg gaat. Wij zijn net als de heer van Dijk van mening dat transplantatiegeneeskunde veel emoties oproept en leidt tot forse verbetering van de levens van de ontvangende patiënten. Om nu echter te stellen dat het systeem alleen bestaansrecht heeft als het voldoet aan het principe van kosteneffectiviteit en rechtvaardige verdeling van schaarse middelen, gaat 2MH echt een brug te ver. Nog even los van het feit wie oordeelt over wat een gewonnen levensjaar mag kosten. Daarnaast krijgt 2MH de indruk dat de discussie vertroebeld wordt door de vraag welke kosten een systeemwijziging met zich mee brengt. Naar onze mening mag een verbetering van het huidige donatiesysteem door het invoeren van actieve donorregistratie (ADR) niet puur op financiële gronden afgewezen worden.
Opmerkelijk vinden wij de tweede en derde alinea van de column. De tweede stelt dat o.a. door afname van het aantal verkeersslachtoffers het maximum van het aantal postmortale donaties wel bereikt is. Deze afname is de laatste jaren echter niet substantieel, waarbij het ook niet de verwachting is dat toekomstige maatregelen het aantal verkeersongelukken de komende jaren verder zal doen dalen. De derde alinea stelt dat het onbekend is wat het masterplan orgaandonatie in de afgelopen jaren 5 jaar met al haar facetten heeft bereikt. Deze was met name gericht om het (afnemende) potentieel beter te benutten door meer mensen zelf een keuze te laten maken (registreren) dan wel nabestaanden vaker te laten instemmen met orgaandonatie indien iemand niet zelf heeft gekozen. Dit laatste is meestal het geval en nabestaanden zeggen nog steeds meestal nee (70%). Volgens 2MH zijn de resultaten op gedane investeringen helaas dus zeer mager i.p.v. onbekend en is de noodzakelijke toename niet behaald omdat hoofdzakelijk nog veel potentieel verloren gaat. Wijziging van het registratiesysteem naar ADR zal dit potentieel beter aanspreken.
Laten we dan toch kort de kosten-batenanalyse van een systeemwijziging doen, op een bierviltje en met boerenverstand. We gaan er hierbij vanuit dat een wijziging €30 miljoen zou kosten. Het was de verwachting van het Masterplan dat die systeemwijziging tot een toename van het aantal postmortale transplantaties zou leiden van 15%. Dat zou resulteren +/- 100 mensen die daarmee jaarlijks een nieuwe start krijgen. En stel dat zij hierdoor gemiddeld vijf extra goede levensjaren hebben. Voor de komende 25 jaar betekent dit dan nog geen € 2500 per gewonnen levensjaar (€ 30 miljoen gedeeld door 100 mensen * vijf jaar extra * de komende 25 jaar). Dit bedrag komt uiteraard bovenop de andere transplantatie gerelateerde kosten en vallen daarbij in het niet. Directe besparingen zijn er echter ook. Zo kost o.a. een dialyserende patiënt ruim € 90.000 per jaar. Stel dat de we er jaarlijks 50 extra kunnen helpen met een postmortale nier.
De voordelen van de systeemwijziging zijn, naast de te verwachten toename van het aantal transplantaties, wellicht niet minder belangrijk. Omdat mensen zelf een keuze maken, hoeven nabestaanden dat niet meer op een onmogelijk moment te doen. Waarbij het herziene wetsvoorstel, zoals ook Frank Bosch (internist) in zijn blog betoogt, voldoende zorgvuldigheid in het hele proces en ten aanzien van nabestaanden garandeert.
Stichting 2 miljoen handtekeningen, is voorstander van ADR. Dit nieuwe registratiesysteem kan, samen met de al eerder genomen maatregelen uit het Masterplan, zorgen voor een structurele verbetering voor de mensen die wachten op een transplantatieorgaan.