Zaterdag 20 oktober 2012 berichte de NOS over het verzoek aan de formerende partijen voor ADR. Dit betreft een brief die 15 organisaties eerder deze maand aan de formateurs zonden. Patiëntenverenigingen, medisch specialisten en gezondheidsfondsen deden daarin een oproep aan Mark Rutte en Diederik Samsom om in hun regeerakkoord een wijziging van het donorregistratiesysteem op te nemen. Zondag 21 oktober 2012 kwam de NTS met een positief bericht over de bereikte resultaten in de eerste negen maanden van 2012: het aantal postmortale donoren is met maar liefst een kwart gestegen. Zoals de NTS zelf ook aangeeft, is de precieze reden van deze gunstige ontwikkeling echter nog niet onderzocht. Evenmin staat dus vast in hoeverre sprake is van structurele groei. Wel is dit ontegenzeggelijk een stap in de goede richting. Maar deze ontwikkeling betekent geenszins dat vraagtekens mogen worden geplaatst bij de noodzaak tot aanvullende initiatieven, zoals wijziging van het bestaande donorregistratiesysteem.
Kortom: het is essentieel om de nu gerealiseerde cijfers vanuit het juiste perspectief te bezien. Voor de hand ligt een vergelijking met het – achteraf bezien – incidenteel hoge cijfer uit 2007. Welk cijfer overigens als uitgangspunt heeft gediend voor het constateren van de noodzaak tot verbeteringen, zoals voorgesteld in het Masterplan Orgaandonatie (juni 2008). Ten opzichte 2007 blijkt in de geëxtrapoleerde 2012-cijfers slechts sprake te zijn van een beperkte stijging: zowel het aantal donoren als het aantal transplantaties neemt met minder dan 5% toe. Absoluut bezien zouden in geheel 2012 zo’n 16 postmortale donoren per miljoen inwoners worden gerealiseerd. Vergeleken met andere landen (Spanje 30, Belgie 29, Frankrijk 24, USA 26) is dat nog steeds aan de lage kant.
Bekend is dat van de voorstellen uit het Masterplan bepaalde maatregelen in de ziekenhuizen (zoals donorherkenning) goede resultaten afwerpen. Maar het aantal registraties in het donorregister neemt nog steeds nauwelijks toe. Als percentage van de totale bevolking ligt dit op circa 33%. N.B: het aantal hieronder begrepen Ja-registraties bedraagt slechts bijna 20% van de totale bevolking. Dit is beduidend minder dan bijvoorbeeld in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, waar het percentage Ja-registraties inmiddels tot rond de 30 is gegroeid.
Voorts blijft het aantal patiënten op de wachtlijst grofweg ongewijzigd. Evenmin zijn er aanwijzingen dat de wachttijden zijn afgenomen. Voor de wachtende patiënten lijkt er dus nog weinig te zijn verbeterd.
Een belangrijke mogelijke verbetering betreft het terugbrengen van het percentage weigeringen door nabestaanden van potentiële donoren. Daartoe heeft het Masterplan Orgaandonatie gekozen voor een geïntegreerde benadering. Juist de combinatie van een ander wettelijk kader (Actief Donor Registratiesysteem of ADR) en een daarop aansluitende benadering van de verwanten van overledenen zou tot optimale resultaten moeten leiden. Vooralsnog wordt binnen de ziekenhuizen wel aandacht besteed aan een effectievere benadering van nabestaanden. Maar dat gebeurt uiteraard binnen de bestaande wettelijke grenzen (Toestemmingssysteem). Een ADR schept ruimte voor een minder vrijblijvende vraagstelling en dus voor een significante (verdere?) groei van het aantal donoren / transplantaties.
Het is zeker niet uitgesloten dat de huidige maatregelen op het punt van benadering van nabestaanden al bijdragen aan het hogere aantal donoren. Maar dat moet dan toch vooral worden gezien als een voorbode van de uiteindelijk mogelijke resultaten nadat een effectiever wettelijk kader – in de vorm van het ADR – is ingevoerd.
Het blijft dan ook zaak om (alsnog) te kiezen voor de volledige in het Masterplan Orgaandonatie aangedragen route. Dus om het aantal donoren / transplantaties te optimaliseren door invoering van een effectiever wettelijk kader, gecombineerd met een optimale benadering van nabestaanden.
2MH blijft er dan ook op aandringen dat de politiek zich daarvoor onverminderd inzet.